We warmden oude kaarsen op in een oude kookpot. Zo konden we zien dat de kaarsen, door warmte, smolten en dus vloeibaar werden. Deze vloeistof goten we in een glazen potje. Nadien moesten we hard blazen. Door onze koude adem werd de vloeistof weer hard, dus stollen. Amai, wat een interessante verandering ! Van hard naar vloeibaar, van vloeibaar naar hard. Smelten en stollen.
En nu onze kaarsen gezellig laten branden ...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten